Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·ni·fest
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Franse manifeste, in de betekenis van ‘zich duidelijk vertonend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1531 [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen manifest manifester (manifestst) *
verbogen manifeste manifestere (manifestste) *
partitief manifests manifesters -

Bijvoeglijk naamwoord

manifest

  1. (medisch) duidelijk, onmiddellijk herkenbaar
    • Bij een klinisch manifeste, acute HBV-infectie is de letaliteit ± 0,1%.[2] 
    • De checklist is bedoeld om manifeste opvoedings- en ontwikkelingsproblemen te signaleren. 
Opmerkingen
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest manifest(e)" worden gebruikt. [3] [4]
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord manifest manifesten
verkleinwoord manifestje manifestjes

Zelfstandig naamwoord

het manifesto

  1. (politiek), (letterkunde) openlijke bekendmaking (over het algemeen in documentvorm) van een staatshoofd, regering, leider of politieke partij waarin bepaalde handelingen worden verklaard en/of verdedigd
    • Het manifest werd aangeboden aan de staatssecretaris. 
  2. (scheepvaart), (handel) door de cargadoor opgestelde lijst van cognossementen voor een bepaald vervoerstraject
     Het manifest van de gevaarlijke goederen vermeldt enkel de gevaarlijke goederen aan boord van het schip. Dit manifest moet afgegeven worden aan de havenautoriteiten alvorens het schip de haven aanloopt.[5]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "manifest" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. rivm.nl
  3.   Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  4.   Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
  5.   Weblink bron “Manifest”, Vlaamse Havencommissie
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Duits

stellend vergrotend overtreffend
manifest
manifester
am manifestesten
alle verbuigingsvormen

Bijvoeglijk naamwoord

manifest

  1. duidelijk, manifest


Engels

Uitspraak
stellend vergrotend overtreffend
manifest more manifest most manifest

Bijvoeglijk naamwoord

manifest

  1. duidelijk, manifest
  2. zichtbaar
enkelvoud meervoud
manifest manifests

Zelfstandig naamwoord

manifest

  1. (scheepvaart) manifest [2], cargolijst, ladingsbrief, ladingslijst
  2. (juridisch), (politiek), (verouderd) handvest, manifest [1]
  3. (informatica) metadatabestand
  4. (transport) passagierslijst
  5. (transport) (Amerikaans Engels) goederentrein
vervoeging
onbepaalde wijs to  manifest 
he/she/it  manifests 
verleden tijd  manifested 
voltooid
deelwoord
 manifested 
onvoltooid
deelwoord
 manifesting 
gebiedende wijs  manifest 

Werkwoord

manifest

  1. overgankelijk zichtbaar maken
  2. overgankelijk vertonen, blijk geven van
  3. onovergankelijk verschijnen, zichtbaar worden