Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • man·go·mo·ment
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mangomoment mangomomenten
verkleinwoord mangomomentje mangomomentjes

Zelfstandig naamwoord

het mangomomento

  1. een op zich onbeduidende handeling die voor een ernstig zieke een geluksmoment geeft
    • In het VRT-programma kreeg een patiënte een mango van de presentatrice wat zorgde voor een mangomoment.