Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • make-over
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord make-over make-overs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de make-overv / m

  1. ingreep waarbij een persoon of een zaak een geheel nieuw uiterlijk krijgt

Gangbaarheid