majesteitsmeervoud

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·jes·teits·meer·voud
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord majesteitsmeervoud majesteitsmeervouden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het majesteitsmeervoudo

  1. het gebruik van het meervoud terwijl men naar zichzelf verwijst, dus "wij" in plaats van "ik", om de eigen belangrijkheid te benadrukken bij uitstek geschikt voor koningen en dergelijke personen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie