maisteelt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mais·teelt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maisteelt | maisteelten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (landbouw) verbouw van maisplanten
- Volgens de Iowa State University kan de Amerikaanse maisteelt dankzij verbeterde teelttechnieken en conventionele veredeling elk jaar een klein beetje beter tegen droogte. [2]
Schrijfwijzen
Gangbaarheid
- Het woord maisteelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.