macrobioot

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  macrobioot    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌmakrobiˈjot / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• ma·cro·bi·oot

Woordherkomst en -opbouw

• terugvorming uit  macrobiotiek zn  zonder het achtervoegsel -iek

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	macrobioot	macrobioten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de macrobioot m

1. aanhanger van een bepaalde holistische leer op het gebied van voeding en gezondheid

   ▸ Pas in de slothoofdstukken trekt Scruton zelf zó van leer tegen voedingsindustrie en agribusiness dat een macrobioot het hem niet zou verbeteren.

   ▸ Macrobioten kijken op eigen wijze naar ziekten. Kanker bijvoorbeeld zien zij als een gezonde manier van het lichaam om gifstoffen kwijt te raken. Zover moet men het echter liever niet laten komen.

Verwante begrippen

• macrobiotisch

Gangbaarheid

• Het woord macrobioot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.