Nederlands

 
Uitspraak
Woordafbreking
  • maan·koek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maankoek maankoeken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de maankoekm

  1. (voeding) een Chinees gebak dat alleen in de maanden september en oktober gegeten wordt

Gangbaarheid

Meer informatie