maakte mee
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maakte mee (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmaktə me / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌmak.tə.ˈme/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˌmak.tə.ˈme/
- (Limburg): /ˌmag.də.ˈme/
Woordafbreking
- maak·te mee
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meemaken |
maakte mee
- enkelvoud verleden tijd van meemaken
- Ik maakte mee.
- Jij maakte mee.
- Hij, zij, het maakte mee.
- Ik maakte mee.
Gangbaarheid
- Het woord maakte mee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.