Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maakt vrij
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
vrijmaken

maakt (…) vrij

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijmaken
    • Jij maakt vrij. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijmaken
    • Hij maakt vrij. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vrijmaken
    • Maakt vrij! 

Gangbaarheid