Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maak be·kend
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
bekendmaken

maak bekend

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekendmaken
    • Ik maak bekend. 
  2. gebiedende wijs van bekendmaken
    • Maak bekend! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekendmaken
    • Maak je bekend? 


Gangbaarheid