lunaire
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lu·nai·re
Bijvoeglijk naamwoord
lunaire
- verbogen vorm van de stellende trap van lunair
Frans
Uitspraak
Woordafbreking
- lu·naire
Woordherkomst en -opbouw
- Ontleend aan Latijn lunaris “maan-”, “met betrekking tot de maan”, aangetroffen sinds de 13e eeuw [1]
- [4] Ontleend aan wetenschappelijk Latijn lunaria [2]
Bijvoeglijk naamwoord
- (astronomie) “maan-”, “met betrekking tot de maan”
- gelijkend op de maan, maanvormig
- (figuurlijk) ongelofelijk
- (plantkunde) judaspenning
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron I. lunaire in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr
- ↑ Weblink bron II. lunaire in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr
