lumholtzboomkangoeroetje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lum·holtz·boom·kan·goe·roe·tje

Zelfstandig naamwoord

het lumholtzboomkangoeroetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord lumholtzboomkangoeroe

Gangbaarheid