luizenmoeder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: luizenmoeder (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlœyzəˌmudər / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- lui·zen·moe·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | luizenmoeder | luizenmoeders |
verkleinwoord | luizenmoedertje | luizenmoedertjes |
Zelfstandig naamwoord
de luizenmoeder v
- vrouwelijke ouder die op de school van haar kind helpt de hoofden van kinderen te controleren op en ontdoen van hoofdluis
- ▸ Vlamingen snapten de humor niet van de Nederlandse luizenmoeder.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord luizenmoeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Valerie Droeven“Remake van Nederlandse hype mist -houd je vast- een portie Vlaamsigheid” (9 januari 2019) op De Standaard