Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lui·zen·moe·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luizenmoeder luizenmoeders
verkleinwoord luizenmoedertje luizenmoedertjes

Zelfstandig naamwoord

de luizenmoederv

  1. vrouwelijke ouder die op de school van haar kind helpt de hoofden van kinderen te controleren op en ontdoen van hoofdluis
     Vlamingen snapten de humor niet van de Nederlandse luizenmoeder.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Valerie Droeven
    “Remake van Nederlandse hype mist -houd je vast- een portie Vlaamsigheid” (9 januari 2019) op De Standaard