luchtwegziekte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lucht·weg·ziek·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | luchtwegziekte | luchtwegziekten luchtwegziektes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de luchtwegziekte v
- (medisch) een gezondheidsprobleem in de luchtwegen van een organisme
- Het virus zorgde voor een dodelijke luchtwegziekte.