Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • los·tu
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Surinaams - Nederlands
enkelvoud meervoud
naamwoord lostu
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

lostu

  1. (voeding) plotseling optredende neiging om iets speciaals te eten, met name voorkomend bij zwangere vrouwen

Gangbaarheid