losser
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- los·ser
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van lossen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | losser | lossers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de losser m
Hyponiemen
Bijvoeglijk naamwoord
losser
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van los
Gangbaarheid
- Het woord losser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "losser" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be