Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • loopt wacht
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wachtlopen

loopt (…) wacht

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wachtlopen
    • Jij loopt wacht. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wachtlopen
    • Hij loopt wacht. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wachtlopen
    • Loopt wacht! 

Gangbaarheid