Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • loopt naakt
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
naaktlopen

loopt (...) naakt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naaktlopen
    • Jij loopt naakt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naaktlopen
    • Hij loopt naakt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van naaktlopen
    • Loopt naakt! 

Gangbaarheid