Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lokt

Werkwoord

vervoeging van
lokken

lokt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lokken
    • Jij lokt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lokken
    • Hij lokt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van lokken
    • Lokt!