Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • loei·en·de

Bijvoeglijk naamwoord

loeiende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van loeiend

Werkwoord

vervoeging van: loeien
verbogen vorm: loeiendee

loeiende

  1. verbogen vorm van loeiend, het onvoltooid deelwoord van loeien
     Ik riep naar Goldie maar die reageerde niet, die lag te ver weg om me te horen en de loeiende wind hielp ook niet mee.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers