Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • li·moen·groen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord limoengroen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het limoengroeno

  1. (kleur) de groene kleur van limoenen
    • Heeft u die ook in het limoengroen? 
     Overal kwamen er kleine cactusbloemen tevoorschijn: prachtige felle kleuren, van knalroze tot limoengroen, oranje en citroengeel.[1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen limoengroen limoengroener limoengroenst
verbogen limoengroene limoengroenere limoengroenste
partitief limoengroens limoengroeners -

Bijvoeglijk naamwoord

limoengroen

  1. (kleur) de kleur limoengroen hebbend
    • Hij rijdt in een limoengroene auto. 
Verwante begrippen


Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers