likhout
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lik·hout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | likhout | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het likhout o
- (gereedschap) stuk hout waarmee men de hielen van een schoen kan laten glanzen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'likhout' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "likhout" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ likhout op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be