Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lijn·co·de·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lijncodering lijncoderingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de lijncoderingv

  1. (communicatie) omzetting van een digitaal signaal in een afwisseling van amplitudes per tijdsblok zodat het zo goed mogelijk kan worden overgebracht, gelet op de specifieke eigenschappen van het fysieke kanaal en van de ontvangstapparatuur
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie