Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lijm·stok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lijmstok lijmstokken
verkleinwoord lijmstokje lijmstokjes

Zelfstandig naamwoord

de lijmstokm

  1. met lijm ingesmeerde stok waarmee stropers volgens proberen te vangen
     Franse jagers mogen voorlopig geen vogels meer vangen met een lijmstok, heeft president Macron bepaald. Het gaat om een omstreden techniek, die nog is toegestaan in vijf regio's rond Nice en Marseille.[2]
     Van Hout zegt terugkijkend: "Ik ben door de AIVD als een eend op een lijmstok gezet, midden in het bos, in het jachtgebied, tijdens het jachtseizoen. Maar ik had een blinddoek op, ik wist van niets."[3]
  2. met lijm besmeerde stok waarmee men insecten probeert te vangen
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Frankrijk schort omstreden vogeljacht met lijm op” (Vrijdag 28 augustus 2020, 01:38), NOS
  3.   Weblink bron “'Fouten AIVD brachten misdaadjournalist én bron Bas van Hout in levensgevaar'” (Zaterdag 8 juni 2019, 07:52), NOS