Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lijm·kwast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lijmkwast lijmkwasten
verkleinwoord lijmkwastje lijmkwastjes

Zelfstandig naamwoord

de lijmkwastm

  1. Borstel aan een stokje waarmee men lijm op een oppervlak kan brengen en verdelen.
    • De kinderen hadden de lijmkwasten niet schoongemaakt 

Gangbaarheid