ligwei
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lig·wei
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van liggen zn en wei zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ligwei | ligweien |
verkleinwoord | ligweidetje | ligweidetjes |
Zelfstandig naamwoord
- grasveld waarop mensen kunnen zonnen bij mooi en zonnig weer
- Staatsbosbeheer waarschuwt dat ook het onderhoud van recreatieplassen, speelbossen en ligweides niet meer wordt gefinancierd door de overheid. De natuurbeheerder zoekt voor deze voorzieningen geld bij brancheorganisaties en toeristische ondernemers. [1]
- Wat een totale onzin. Laten we het eens hebben over al die half naakte mannen boven de 50 waarmee we niet alleen op het strand en ligweiden, maar ook in winkelcentra mee worden geconfronteerd als de temperaturen stijgen. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord ligwei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ligwei" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ De Telegraaf 06 mrt. 2014 'Houd natuur open voor buitensport'
- ↑ De Telegraaf RONNEKE VAN DER GENUGTEN 03 apr. 2015 Mannen boven de 50 met ontbloot bovenlijf: liever niet
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be