Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lig krom
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
kromliggen

lig (…) krom

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kromliggen
    • Ik lig krom. 
  2. gebiedende wijs van kromliggen
    • Lig krom! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kromliggen
    • Lig je krom? 

Gangbaarheid