lievelingsspeelgoed

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lie·ve·lings·speel·goed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lievelingsspeelgoed
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het lievelingsspeelgoedo

  1. (speelgoed) speelgoed waarmee men het liefste speelt
     Maandagavond stond de familie om acht uur voor de deur van de dierenkliniek, maar omdat die al was gesloten, werd het stokpaardje voor de deur gelegd met het verzoek het dier te genezen. Charlie was woensdag dolblij toen ze haar lievelingsspeelgoed weer in de armen kon sluiten. De dierenkliniek kreeg een roos en een bedankkaartje voor de goede zorgen.[1]
     De Italiaanse fotograaf Gabriele Galimberti werkte achttien maanden aan zijn fotoserie Toy Stories, waarvoor hij kinderen van over de hele wereld vastlegde met hun uitgestalde lievelingsspeelgoed.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Gewond stokpaardje terug bij 3-jarige Charlie uit Enschede” (18-02-2015), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Lisa Bouyeure
    “Fotoserie: kinderen en hun kostbaarste bezit (van Amerika tot Zimbabwe)” (05/04/2014), HP de Tijd