Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lie·pen warm
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
warmlopen

liepen (…) warm

  1. meervoud verleden tijd van warmlopen
    • Wij liepen warm. 
    • Jullie liepen warm. 
    • Zij liepen warm. 

Gangbaarheid