Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • liep plat
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
platlopen

liep plat

  1. enkelvoud verleden tijd van platlopen
    • Ik liep plat. 
    • Jij liep plat. 
    • Hij, zij, het liep plat. 


Gangbaarheid