liefdadigheidswedstrijd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: liefdadigheidswedstrijd (hulp, bestand)
- IPA: / livˈdadəxhɛitsˌwɛtstrɛit / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- lief·da·dig·heids·wed·strijd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van liefdadigheid zn en wedstrijd zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | liefdadigheidswedstrijd | liefdadigheidswedstrijden |
verkleinwoord | liefdadigheidswedstrijdje | liefdadigheidswedstrijdjes |
Zelfstandig naamwoord
de liefdadigheidswedstrijd m
- (sport) wedstrijd waarvan de opbrengsten zijn bestemd voor een goed doel
- ▸ De watersnood van februari 1953 was de aanleiding voor het betaalde voetbal in Nederland. Een maand na de ramp speelde een elftal Nederlanders tegen Frankrijk een liefdadigheidswedstrijd in Parijs. De opbrengst was bestemd voor de nabestaanden van de verdronkenen.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'liefdadigheidswedstrijd' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Jaap Bloembergen“Voortbestaan eerste profclub wankel” (19 juli 2002) op nrc.nl