Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • licht·ten voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorlichten

lichtten (…) voor

  1. meervoud verleden tijd van voorlichten
    • Wij lichtten voor. 
    • Jullie lichtten voor. 
    • Zij lichtten voor. 

Gangbaarheid