levensverwachting
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- le·vens·ver·wach·ting
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leven en verwachting met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | levensverwachting | levensverwachtingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de levensverwachting v
- een statistisch begrip dat het gemiddelde, of wiskundige verwachting, van de resterende levensduur van een individu in de bepaalde groep aangeeft
- Niettemin wordt gewoonlijk de levensverwachting bij geboorte gespecificeerd. Om die te berekenen veronderstelt men dat de huidige sterftecijfers door het leven van de hypothetische pasgeborenen constant blijven.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord levensverwachting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.