Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·vens·lied
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord levenslied levensliederen
verkleinwoord levensliedje levensliedjes

Zelfstandig naamwoord

het levensliedo

  1. (muziek) licht sentimenteel lied waarin gewoon-menselijke dingen worden bezongen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be