Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leid·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leidster leidsters
verkleinwoord leidstertje leidstertjes

Zelfstandig naamwoord

leidster v [1]

  1. (beroep) vrouwelijke vorm van leider
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen