legerpost
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- le·ger·post
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leger zn en post zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | legerpost | legerposten |
verkleinwoord | legerpostje | legerpostjes |
Zelfstandig naamwoord
de legerpost m
- de post die door de leden van een leger wordt verstuurd of ontvangen
- plaats waar een legereenheid is gevestigd
- ▸ Ook in Rawa sloegen gewapende mannen toe. Ze vielen een politiebureau aan en staken een legerpost in brand. Er vielen drie doden en zeker twee gewonden.[1]
- ▸ Een Israëlische legerwoordvoerder zegt dat Palestijnen een legerpost bij Tulkarm aanvielen "met het doel om te doden". Militairen openden toen het vuur, aldus de woordvoerder.[2]
Gangbaarheid
- Het woord legerpost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Iraakse agenten dood na aanslagen” (Maandag 20 mei 2013, 02:51), NOS
- ↑ Weblink bron “Opnieuw rellen op Westoever” (Donderdag 4 april 2013, 17:01), NOS