Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leg·den lam
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
lamleggen

legden (…) lam

  1. meervoud verleden tijd van lamleggen
    • Wij legden lam. 
    • Jullie legden lam. 
    • Zij legden lam. 

Gangbaarheid