• leeg·eet
vervoeging van
leegeten

leegeet

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegeten
    • ... dat ik leegeet. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegeten
    • ... dat jij leegeet. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegeten
    • ... dat hij leegeet.