Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • la·waai·over·last
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lawaaioverlast
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de lawaaioverlastm

  1. hinder die veroorzaakt wordt door het maken van een te luid geluid
     In totaal werden 16.000 geluidspieken van 80 decibel of hoger gemeten. Meer dan 6000 daarvan zijn verder onderzocht met de gemaakte opnames en daaruit bleek dat de onderzochte geluidspieken werden veroorzaakt door dezelfde weggebruikers. Het gaat om een groep van ongeveer honderd automobilisten. Sommige van hen veroorzaakten wel zestien keer lawaaioverlast op één dag.[1]
     De debuutwedstrijd van Malen tegen Duitsland keek oma thuis op de bank in Westerland. De buren waren door man Gerrit al gewaarschuwd voor lawaaioverlast. Want oma doet bij wedstrijden van haar kleinzoon geen moeite haar emoties te bedwingen. "Ik ben een freak", zegt ze. "Heel fanatiek."[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Rotterdam wil flitspalen voor lawaaimakers ontwikkelen” (Donderdag 27 mei 2021, 20:15), NOS
  2.   Weblink bron
    Jesse Wieten
    “Op klompjes en oma's appelmoes werd Donyell Malen groot” (Zondag 22 september 2019, 08:28), NOS