Nederlands

 
Blauwgrijs roodstaartje
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • la·ven·del·as·trild
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lavendelastrild lavendelastrilden
verkleinwoord lavendelastrildje lavendelastrildjes

Zelfstandig naamwoord

lavendelastrild

  1. (zangvogels) Glaucestrilda caerulescens   een zangvogeltje uit de familie van de prachtvinken (Estrildidae) uit Afrika. De vogel wordt als kooivogel gehouden. De lavendelastrild is gemiddeld 10 cm lang en weegt 8 tot 15,1 g
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie