Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • la·tent
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verborgen’ voor het eerst aangetroffen in 1852 [1]
  • [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen latent latenter latentst
verbogen latente latentere latentste
partitief latents latenters -

Bijvoeglijk naamwoord

latent

  1. verborgen blijvend
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
stellend vergrotend overtreffend
latent more latent most latent

Bijvoeglijk naamwoord

latent

  1. latent, verborgen


Frans

Uitspraak
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   latent latents
  vrouwelijk   latente latentes
Woordherkomst en -opbouw
  • Tegenwoordig deelwoord van het Latijnse werkwoord latere.

Bijvoeglijk naamwoord

latent

  1. latent, verborgen