Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • la·ra·ha
enkelvoud meervoud
naamwoord laraha laraha's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

laraha

  1. (bloemplanten) Citrus aurantium subsp. currassuviencis   een citrusboom en een ondersoort van de zure sinaasappel. De laraha groeit op het eiland Curaçao. De citrusvrucht is nog bitterder dan de andere citrusverwanten en wordt over het algemeen als oneetbaar beschouwd. De gedroogde schil staat bekend als curacaoschil   en wordt gebruikt voor onder meer curaçaolikeur  
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie