langa

Noors

Woordafbreking

• lan·ga

Werkwoord

langa

1. verleden tijd van lange
2. voltooid deelwoord van lange

Schrijfwijzen

• [1-2]: langet

Zelfstandig naamwoord

langa, v

1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van lange

Schrijfwijzen

• langen, m

Nynorsk

Woordafbreking

• lan·ga

Werkwoord

langa

1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast lange, zie aldaar

langa

1. verleden tijd van langa
2. voltooid deelwoord van langa

langa

1. gebiedende wijs van langa

Schrijfwijzen

• lang
• lange

Werkwoord

langa

1. verleden tijd van lange
2. voltooid deelwoord van lange

langa

1. gebiedende wijs van lange

Schrijfwijzen

• lang
• lange

Zelfstandig naamwoord

langa, v

1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van lange

Surinaams

Bijvoeglijk naamwoord

langa

1. lang