Nederlands

 
landschapstuin
Uitspraak
Woordafbreking
  • land·schaps·tuin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord landschapstuin landschapstuinen
verkleinwoord landschapstuintje landschapstuintjes

Zelfstandig naamwoord

de landschapstuinm [1]

  1. grote tuin aangelegd als een 'natuurlijk' landschap
     Het nieuwbouwappartement is voorzien van energielabel A+, is gelegen op eigen grond en heeft een landschapstuin die wordt gedeeld met de bewoners van de andere appartementen op het zogeheten Elion Park. Ook is het voorzien van vloerverwarming en vloerkoeling.[2]
     De long van Schaarbeek is het Josaphatpark, een groene oase van maar liefst 20 hectare. Het is een uitstekende plek om van de zon te genieten, te joggen of gewoon rond te kuieren tussen de standbeelden, vijvers en de Engelse landschapstuin. Plof neer op een van de terrasjes of breng een bezoek aan de kinderboerderij.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Thomas Bosman
    “‘XXL penthouse’ in Den Haag voor 6 miljoen in de verkoop: 110m2 dakterras, privébioscoop en fitness” (16-08-23,), Tubantia
  3.   Weblink bron “Hoe is het om te wonen in Schaarbeek?” (Vrijdag 2 februari 2024 om 05:00), De Standaard