lander
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lan·der
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van landen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lander | landers |
verkleinwoord | landertje | landertjes |
Zelfstandig naamwoord
de lander m
- voertuig waarmee men kan landen (aan een kust, op een planeet etc.)
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'lander' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- lan·der
Naar frequentie | 3049 |
---|
Werkwoord
lander
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van lande
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- lan·der
Naar frequentie | 3324 |
---|
Werkwoord
lander
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van lande