landbouwproductiviteit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • land·bouw·pro·duc·ti·vi·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord landbouwproductiviteit
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de landbouwproductiviteitv

  1. (landbouw) de hoeveelheid product die per eenheid input zoals arbeid, land, kunstmest en brandstof wordt geproduceerd
    • De laatste 100 jaar is vooral de landbouwproductiviteit per eenheid arbeid enorm toegenomen. 

Gangbaarheid