De lampenkap schermt het licht af

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lam·pen·kap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lampenkap lampenkappen
verkleinwoord lampenkapje lampenkapjes

Zelfstandig naamwoord

de lampenkapv / m

  1. kap over een lamp om het licht af te schermen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen