lakentje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- la·ken·tje
Zelfstandig naamwoord
het lakentje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord laken
Zelfstandig naamwoord
de lakentje mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord laken