Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • la·ken·hal·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lakenhalle lakenhallen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de lakenhallev / m

  1. historische markthal waar laken gekeurd werd
Synoniemen

Gangbaarheid

29 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be