kwispelen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kwis·pe·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kwispelen |
kwispelde |
gekwispeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
kwispelen
- inergatief druk met de staart zwaaien
- De hond kwispelde vrolijk toen hij zijn baasje aan zag komen.
Synoniemen
Vertalingen
1. druk met de staart zwaaien.
Gangbaarheid
- Het woord kwispelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kwispelen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be